Mentoren
Het eerste aanspreekpunt in de begeleiding is de mentor. De mentor kijkt hoe het met jou en je ontwikkeling gaat. Daarbij hebben we aandacht voor je persoonlijk welbevinden en de ontwikkeling van je kennis en vaardigheden.
De Amersfoortse Berg kent ook verschillende junior rollen. Leerlingen uit de bovenbouw helpen leerlingen uit de eerste klas op verschillende gebieden. Eigenlijk heb je in de eerste klas dus meerdere mentoren die er graag voor je zijn. Het mes snijdt aan twee kanten: zowel de jongere als de oudere leerling steekt hier iets van op.
Met en voor elkaar
Op De Amersfoortse Berg staan jong en oud voor elkaar klaar.
Er heerst een cultuur waarin het gewoon is om hulp te bieden en te ontvangen. We werken met verschillende junior rollen: junior mentoren, docenten, tutoren en maatjes.
Junior mentoren worden gekoppeld aan een klas en ondersteunen de gewone mentor. Samen zorgen zij ervoor dat eersteklassers zich welkom voelen op school. Zij organiseren o.a. verschillende activiteiten zoals de kennismakingsdag en het kamp.
Junior tutoren zijn bovenbouwleerlingen die één op één begeleiding geven aan onderbouwleerlingen op het gebied van plannen, organiseren en studievaardigheden.
Junior docenten geven bijles voor een specifiek vak. Naast één op één begeleiding worden junior tutoren en junior docenten ingezet bij de huiswerkplek waar leerlingen na schooltijd rustig aan het werk kunnen.
Daarnaast kennen we op school ook junior maatjes. Met een junior maatje kunnen mooie en moeilijke dingen gedeeld worden. Vanuit een eigen ervaring zijn zij een luisterend oor voor leerlingen die bijvoorbeeld aanlopen tegen perfectionisme, spanning bij presentaties of als ze zich bijvoorbeeld niet zeker voelen over contact maken met klasgenoten.
Alle junioren worden door een groep senioren opgeleid en begeleid door middel van trainingen, intervisie en begeleidingsgesprekken.
Dagstart
In de onderbouwklassen werken we twee keer per week met een dagstart. Tijdens de dagstart nemen de leerlingen met de mentor de planning door voor die week met de mentor, is er ruimte om actuele gebeurtenissen te bespreken, worden studievaardigheden geleerd en wordt de keuzeruimte besproken.
Coördinator leerjaar 1 en conrectoren
Het eerste leerjaar heeft een eigen coördinator. Zij is verantwoordelijk is voor de overstap van groep 8 naar de eerste klas en de dagelijkse gang van zaken van het eerste leerjaar. De school heeft vijf conrectoren. Zij vormen samen met de rector de schoolleiding. De vijf conrectoren zijn ieder verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van hun eigen afdeling: havo onderbouw, havo bovenbouw, vwo onderbouw, vwo bovenbouw en de afdeling bedrijfsvoering met het onderwijsondersteunend personeel. Leerlingen richten zich in eerste instantie tot de docent en/of mentor en in tweede instantie tot de coördinator leerjaar 1 of conrector.
Decanaat
De decanen informeren en adviseren leerlingen en hun ouders bij de verschillende keuzemomenten tijdens de schoolcarrière. Voor leerlingen in de onderbouw gaat het om de keuze van het vakkenpakket of profiel. Voor de bovenbouwleerlingen staat de oriëntatie op vervolgopleiding of beroep centraal. We noemen dit proces loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB).
De decanen organiseren in de periode november t/m maart een reeks keuzebegeleidingsactiviteiten voor de leerlingen van onderbouw en bovenbouw en bespreken vragen over de pakketkeuze met leerlingen en ouders. Zij verzorgen ook de informatieavonden voor examenkandidaten en hun ouders. De decanen zijn verder belast met de organisatie van de studie- en beroepenvoorlichting binnen en buiten de school in samenwerking met het vervolgonderwijs, oud- leerlingen en andere scholen voor voortgezet onderwijs in de regio.
De Amersfoortse Berg heeft per afdeling een decaan. De decanen zijn:
Afspraken kunnen telefonisch of per e-mail worden gemaakt.
Bijles
Onderbouwleerlingen hebben op De Amersfoortse Berg de mogelijkheid om gebruik te maken van bijles van een oudere leerling. Dit zijn onze junior docenten. Daarnaast kan een onderbouw leerling gebruik maken van ondersteuning door oudere leerlingen voor studievaardigheden en studieplanning. Dit zijn onze junior tutoren.
Dyslexie en toekenning faciliteiten
Leerlingen met dyslexie kunnen gebruik maken van faciliteiten. Zij hebben hiervoor een dyslexieverklaring nodig die is afgegeven door een BIG-geregistreerde deskundige. Een kopie van het onderzoeksrapport van de deskundige en de verklaring worden in het persoonlijke dossier van de leerling opgenomen. Voor aanvraag van toekenning van faciliteiten op basis van dyslexie moet contact worden opgenomen met de ondersteuningscoördinator . Welke faciliteiten aan leerlingen met dyslexie kunnen worden toegekend, kunt u vinden op de website. Leerlingen die om een andere reden (ADHD, ADD, PDD-NOS,..) aanspraak willen maken op toekenning van extra faciliteiten, dienen dezelfde route te volgen.
Ondersteuningsstructuur
Het is belangrijk dat een leerling zich prettig en veilig voelt op school. Het gaat er dan niet alleen om dat een leerling goede cijfers haalt, maar ook dat hij of zij met plezier naar school gaat en ‘lekker in z’n vel zit’. Voor de meeste leerlingen geldt dat zij hun schoolperiode zonder al te veel problemen doorlopen. Als het echter niet zo goed loopt, is het belangrijk dat leerlingen weten dat zij op verschillende plekken binnen school terecht kunnen. Vaak is de meest logische weg om de mentor aan te spreken, omdat de mentor kan helpen of doorverwijzen.
Een leerling kan via de mentor ook terecht bij een andere personen die hem of haar verder kunnen helpen. De mentor neemt dan contact op met de ondersteuningscoördinator van de school die eventuele verdere ondersteuning initieert en coördineert.
Er zijn verschillende mogelijkheden voor extra ondersteuning: counselors, coaches, motorische remedial teaching, faalangstreductietraining (en examenstress), remedial teaching, rouwbegeleiding en huiswerktraject. Meer informatie hierover staat in de ondersteuningsgids op de website, onder ‘Ondersteuning’.
Zo nodig wordt een leerling besproken in de maandelijkse vergaderingen van het ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam bestaat uit de ondersteuningscoördinator (voorzitter), een psycholoog en counselors vanuit de school, en de brugfunctionaris. De brugfunctionaris is een externe begeleider die, indien nodig, een ‘brug’ slaat naar thuis in samenwerking met het wijkteam. Ook externe partners zoals de GGD, SWV De Eem en de leerplichtambtenaar kunnen deelnemen aan de ondersteuningsteamvergaderingen.
Naast de ondersteuning die we op school aanbieden, is er een mogelijkheid om in contact te komen met JOSEE. Dit is een gezamenlijk initiatief van samenwerkingsverband (SWV) De Eem (primair onderwijs) en SWV V(S)O Eemland (voortgezet onderwijs). Ouders en jongeren kunnen hier met al hun vragen en zorgen over passend onderwijs terecht als deze op school niet voldoende beantwoord kunnen worden. JOSEE is onafhankelijk en objectief. Vragen kunnen anoniem gesteld worden. De medewerkers van JOSEE denken met je mee, geven objectieve informatie en kunnen je in contact brengen met de juiste personen en instanties. Meer informatie is te vinden op www.josee.nu.
Grenzen aan de begeleiding
Sommige leerlingen hebben problemen waardoor ze aangewezen zijn op extra ondersteuning, begeleiding en/ of voorzieningen. Bij aanmelding van een leerling die ondersteuning nodig heeft, beoordeelt de school aan de hand van het dossier of er mogelijkheden zijn om de gewenste ondersteuning te (laten) bieden.
Als blijkt dat de school onvoldoende voorzieningen kan treffen om adequaat tegemoet te komen aan de specifieke hulpvragen, kan ondersteuning niet geboden worden. Dit geldt zowel voor voorzieningen in de fysieke omgeving als voor orthopedagogische en didactische eisen die uit de hulpvraag voortvloeien. Een leerling kan niet worden toegelaten als er sprake is van problematiek waardoor de veiligheid van de leerling zelf of die van medeleerlingen en/of personeel in het geding komt of als zijn of haar gedrag anderen binnen de organisatie belemmerd om deel te nemen aan het onderwijs. Als een leerling wordt afgewezen zal de school de ouders wijzen op andere (speciale) onderwijsvoorzieningen voor leerlingen met specifieke hulpvragen. Toekenning van faciliteiten voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte kunt u vinden in de ondersteuningsgids op de website.
Afspraken gescheiden ouders
De school is wettelijk verplicht beide ouders op dezelfde manier van informatie te voorzien. Bij
een scheiding kunnen problemen ontstaan met informatieverstrekking aan de ouders, met name als de verzorgende/met gezag belaste ouder zich verzet tegen het informeren van de niet met het gezag belaste ouder. Het is de wettelijk plicht van de verzorgende ouder om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die hun kinderen betreft en daarmee ook over de schoolontwikkeling. Dit is geregeld in artikel 377b Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. De school wil partij zijn voor alle betrokkenen en heeft ervoor gekozen beide ouders op dezelfde wijze te informeren. Hiermee wil de school een voorbeeldfunctie vervullen, loyaliteitsproblemen bij leerlingen voorkomen en een verbindende rol spelen. De informatievoorziening kan op deze manier geen rol spelen in het scheidingsproces of in de omgangsregeling na de scheiding.
Het adres van de niet-verzorgende ouder wordt op zijn of haar schriftelijke verzoek in de schooladministratie opgenomen. Hij of zij zal op basis van deze adresgegevens door de school op de hoogte worden gesteld van de algemene schoolinformatie en kindgebonden informatie (bijvoorbeeld het wachtwoord voor Magister en uitnodigingen voor ouderspreekavonden). Voor zover informatie aan de leerling wordt meegegeven, wordt dit niet ook nog per post verstuurd en wordt dit niet in tweevoud meegegeven.
Er wordt geen informatie verstrekt als dat niet in het belang is van het kind. Als het op basis van een gerechtelijke uitspraak of anderszins niet is toegestaan informatie te verstrekken, dient dat schriftelijk aan de rector te worden overlegd. Beide ouders zijn bij individuele oudergesprekken welkom. Hier worden echter geen afzonderlijke tijdstippen voor afgesproken. De school beschouwt het als taak van de ouders om de school als partner in de opvoeding in te lichten over de gang van zaken bij de echtscheiding voor zover dat een omgangsregeling, het adres van de niet-verzorgende ouder en andere voor de school relevante zaken betreft.